Bashar bevrijder?

uit de Volkskrant van 19/10-2019

Noodgedwongen sloten de Koerden in Noordoost-Syrië vrede met president Assad. Maar niet zonder vrees voor de toekomst.
DOOR ANA VAN ES uit de Volkskrant van 19 oktober 2019

Zo begint een machtsoverdracht in Syrië: met grote schoonmaak op straat. De vlaggen, rijen achter elkaar, in geel en groen, van de Koerdische YPG-militie? Van de lantarenpalen getrokken. De posters van martelaren? Neergehaald. Op de rotondes, in dit deel van Syrië een kleurrijke uitstalkast van het Koerdische zelfbestuur, zijn martelarenposters, vlaggen en een levensgrote afbeelding van de besnorde Koerdische leider Abdullah Ocalan, Apo voor intimi, verdwenen. Alsof het allemaal nooit heeft bestaan.
Kale sokkels, dat is wat ervan resteert. Uit eentje steekt nog staaldraad, zo haastig is Apo weggerukt. Afgedankte decoratie. Wie afgelopen week door Qamishli reed, zetel van het Koerdische bestuur in Syrië, zag steriele straten en lege rotondes: klaar voor de komst van de volgende machthebber.
President Bashar al Assad. Terug van nooit weggeweest.
Een bloedigTurks offensief, vorige week ingezet nadat de Amerikaanse president Trump de Koerden in Syrië pertweetaan hun lot had overgelaten, drijft het Koerdische bestuur in Noord-oost-Syrië terug in de armen van de alleenheerservan wie ze zich zeven jaar geleden afwendden.

Autonomie
De eerste berichten uit Damascus lijken niet gunstig. Een politiekadviseur van president Assad heeft aan Syrische media laten weten dat voor Koerdische autonomie geen ruimte bestaat. Een regeling zoals in Irak, waar de Koerdische regio een in de grondwet geregelde po­sitie heeft, daarvan kan geen sprake zijn. Ze wil niet eens over Koerden praten. Die zijn namelijk in de eerste plaats Syriër. ‘We zeggen niet dat iemand een Koerd is.’
De Syrische regering is nooit helemaal vertrokken uit het noordoosten. In Hasake en Qamishli heeft het regime nog steeds een deel van de stad in handen, inclusief een luchtmachtbasis, legerbasissen en controleposten. Daags na het sluiten van het militaire akkoordkreeg de Koerdische Abdallah al Khadri-school in Hasake bezoek van een onderwijsambtenaar van het regime. Zij kwam de school terugvorderen en wilde de vlag hijsen van het Syrische regime.
‘Ze zei: alle scholen behoren weer toe aan de staat’, zegt leerkracht Farida Ab­dallah (39). ‘Wij zeiden: de overeenkomst gaat alleen over militaire grensbewaking. Er is geen overeenkomst over scholen.’ Het lukte deze keer om de dame van het regime de deur uit te krijgen. Maar Abdallah vreest het ergste. Voor haar is het ‘een droom die uitkomt’ dat ze les mag geven in het Koerdisch. Vroeger moest ze met de kinderen Arabisch praten en regimeslogans zingen. ‘Die kwamen ons de strot uit. Tegenwoordig zingen we Koerdische liedjes. Die komen uit ons hart. Ik ben bang dat we straks onze liedjes niet meer mogen zingen.’
Wat vindt ze van de deal met Assad? Ze slikt. ‘Ik wil heel graag dat mijn leerlin­gen blijven leven.’
In Bani Qasr, een dorp in het zicht van de grens met Turkije, zitten bewoners met gepalde tassen klaar voor als de Turkse artilleriebeschietingen te veel worden. Dit soort dorpen was voor de burgeroorlog het toneel van landjepik door Damascus. Het Assad-regime gaf hier landbouwgrond van Koerdische bewoners aan Arabieren. Het begon on­der Hafez, de vader, en ging door onder Bashar al Assad, de huidige president.

Lees verder en meer



Comments are closed.