In ‘veilig’ Niger komt de dreiging van alle kanten
Uit het artikel van Carlijne Vos De Volkskrant 2 mei 2019
Als laatste veilige land in de regio is Niger het centrum van de internationale strijd tegen terreur geworden. Toch slaat het geweld uit buurland Mali – waar Nederland zijn deelname aan de VN-missie heeft beëindigd – over. ‘Waar zijn die Amerikaanse drones als gewapende jongens op motoren ons dorp aanvallen?
Wie de terroristen zijn weten de dorpelingen ook niet. ‘Zes mannen op brommers met getrokken geweren kwamen naar ons dorp en zeiden dat we de sharia moesten invoeren. Als we dat niet deden, zouden ze de volgende dag terugkomen om ons allemaal te doden.’ Dorpshoofd Abdrazak Ahmed sjokt, in een verfomfaaid stoffig kostuum en groene tulband, wat verloren rond in het kamp dat zijn mededorpelingen aan de rand van Tillabéri hebben opgebouwd met wat zeilen, kleden en rieten matten die ze kregen van de inwoners van de stad en hulporganisaties.
Langs de hele grens van Mali, van Niger tot en met Burkina Faso, neemt het geweld rap toe tussen herders en boeren, nomadenvolkeren onderling en jihadisten. Net als in Mali, waar vorige maand nog 158 burgers omkwamen bij een gewelddadige aanslag, is onduidelijk wie achter de terreurdaden zitten.
De situatie in Tillabéri is een tijdbom, waarschuwt Moulaye Hassane, hoogleraar Arabische studies aan de Universiteit van Niamey, en voorzitter van een programma tegen radicalisering van het Centrum van strategische studies en veiligheid. ‘Alles hangt af van het optreden van de overheid, maar die is te zwak. Om jihadisme te bestrijden moet je investeren in onderwijs en economische ontwikkeling en armoede en corruptie tegengaan. Langs de grens worden de gepantserde wagens met buitenlandse vlaggen door de dorpelingen dus met veel argwaan bekeken. ‘We weten dat Amerikaanse drones alles volgen wat hier gebeurt. Maar als gewapende jongens op motoren onze dorpen aanvallen zijn ze nergens te bekennen’, zegt burgemeester Alhamdou Issalak uit het dorpje Inatès.
Er spelen duidelijk andere belangen, klinkt het in Niger, verwijzend naar de talloze bodemschatten in de woestijn; uranium, goud, olie en andere belangrijke delfstoffen. Iedereen weet dat in Frankrijk het licht uitgaat zonder uranium uit de woestijn van Niger. ‘Wat de blanken hier ook doen, ze zijn hier in elk geval niet om ons te beschermen’, zegt de ontheemde Toeareg-burgemeester verbitterd.
Militaire interventie is niet de oplossing en kan extremisme aanwakkeren, zo weten ze ook bij Eucap na enkele sessies met de radicaliseringsprofessor Hassane. Je moet begrijpen wie de vijand is om hem te kunnen bestrijden. ‘Onrecht en sociale ongelijkheid is een sterk narratief, je hebt de jihad niet eens nodig om jongeren te laten radicaliseren’, zegt een Belgische commandant. De volgende vijand is het Westen, zegt ook hij off the record. ‘Iedereen zit hier voor zijn eigen belangen.’
Slinks en vanuit het duister trok hij alle macht naar zich toe, Koert Lindijer, 11 april 2019, NRC.
Bij de coup in 1989 speelde Omar al-Bashir nog een bijrol. Langzaam trok hij het kleed onder de voeten van zijn mentor vandaan.
De bevolking stond te juichen bij de coup van de toen nog onbekende Omar al-Bashir in 1989, want ze waren de economische misère beu. Misschien hadden de inwoners van Khartoum minder enthousiasme getoond als ze wisten wie er achter de coup zat. Want Bashir speelde slechts een bijrol, de ware nieuwe machthebber was Hassan al-Turabi, leider van de moslimfundamentalisten.
De staatsgreep van de fundamentalisten trok een dikke streep onder het verleden van Soedan. „Khartoum zal nooit meer een seculiere hoofdstad zijn”, zei Bashir vlak na zijn machtsovername.
Soedan kende altijd een gematigde islam met veel invloed van soefi-sektes, die Afrikaanse dynamiek in het geloof brachten. Daarmee toonde Soedan zijn bijzondere karakter, want het is een kruispunt tussen zwart Afrika en het Midden-Oosten en was altijd onderhevig aan invloeden uit alle windrichtingen. De mengeling van tradities in een land met 500 talen leidde tot een cultuur die noch Arabisch noch Afrikaans is. Aan die diversiteit kwam onder Bashir een einde.
Lees het hele artikel of ga naar de NRC.
Soelaas zoeken in Ambazonia
Zie Koert Lindijer
Gemarginaliseerde Afrikanen zoeken soelaas in afscheiding. In Kenia, Nigeria en Zambia steken separatistische sentimenten opnieuw de kop op. In Cameroun zag dit jaar een afscheidingsbeweging het licht die strijd voor de staat Ambazonia. Net als bij eerdere pogingen tot afscheiding op het door zijn onnatuurlijke grenzen geplaagde continent, leidt het conflict in Cameroun tot vluchtelingen, tot ingesleten standpunten en draconische repressie.
Al decennia slepende onvrede in het Engelssprekende westelijke gedeelte van het verder francofone Kameroen kwam dit jaar tot uitbarsting. President Paul Biya(35 jaar aan de macht) escaleerde het conflict in de afgelopen weken door eerst zijn opposanten in de regio “terroristen” te noemen en vervolgens een militair offensief te beginnen om de nieuwe rebellen uit te roken. De kans dat het conflict zich daardoor juist uitbreidt is aanzienlijk.
Duizenden naar Zuidoost Nigeria gevluchte bewoners van Cameroun vertellen over martelingen, verkrachtingen en executies van burgers door soldaten en politieagenten. De westelijke regio grenst aan een al even instabiele streek in Nigeria waar Nigeriaanse rebellen en criminelen vechten voor een groter aandeel in de olie-inkomsten. Er is dus geen gebrek aan wapens en daarmee bestaat het potentieel voor een grootschaliger conflict.
Biya’s militaire aanpak van het conflict tussen Engels- en Franstalig Cameroun kwam na een poging van Engelstalige activisten om op 1 oktober de onafhankelijke staat Ambazonia uit te roepen. De ordetroepen schoten toen tenminste veertig demonstranten dood, soms vanuit helikopters. Gefrustreerde jongeren grepen naar de wapens; bij bomaanslagen en schietpartijen de afgelopen weken doodden zij tenminste tien soldaten.
Na de compromisloze reactie van de overheid, na lukrake huiszoekingen en arrestaties, na wraakacties en de maandenlange afsluiting van het internet, ontstond er een afscheidingsbeweging. De vicieuzere cirkel begon. Als reactie op de eerste gewapende acties van deze groep zette de regering massaal het leger in en breidde operaties uit van de grote steden Bamenda en Buea naar de dichtbeboste berggebieden langs de grens met Nigeria. Volgens berichten zou het leger militaire operaties uitvoeren rond de stad Mamfe. Inwoners vrezen dat met dit offensief een burgeroorlog is begonnen.
Het conflict is niet tribaal. In de streek wonen vele kleine stammen. Wat hen verenigt is de afkeer van het goeddeels Franssprekende deel van Kameroen. Engelstalige bewoners klagen dat hun Franssprekende landgenoten altijd een streepje voor hebben. De oorsprong ligt in de koloniale tijd. Het protectoraat Cameroun ontstond in 1884, toen de Duitse regering met stamhoofden langs de kust een verdrag sloot. Na de Eerste Wereldoorlog werd het land verdeeld tussen Frankrijk en Engeland.
De koloniale machten bestuurden hun gebied elk op eigen wijze. Mede daardoor voelden de bewoners van het Engelstalige gedeelte zich anders dan de Franssprekenden. Maar de verschillen lijken te klein als argument voor een onafhankelijke staat. Vermoedelijk wil de meerderheid van de Engelstalige bewoners meer autonomie in een federale staat, zoals Cameroun vroeger was.
In Afrika, waar regeringen de koloniale grenzen respecteren, hebben recent onafhankelijk geworden staten niet geleid tot vrede maar oorlog. Eritrea werd in 1991 onafhankelijk, Zuid Soedan in 2011. Vlak bij Ambazonia in Nigeria ligt de andere schijnstaat Biafra. Tussen 1967 en 1970 stierven daar meer dan een miljoen burgers bij een strijd voor onafhankelijkheid.
15 december 2017 Koert Lindijer
Kenia ‘zinkt elke dag dieper weg richting oorlog’
In de aanloop naar verkiezingen eind deze maand in Kenia loopt de spanning hoog op. Vrijdag vielen bij demonstraties twee doden.
Op hun honk in Kondele, het getto van de West-Keniaanse stad Kisumu, tossen jongeren stenen van de ene in de andere hand. „Als we geen stenen naar de politie gooien, wordt er niet naar ons geluisterd”, zegt de leider van de groep. „Mmmm, de geur van traangas, dat maakt je pas echt moedig om te vechten”, zegt een ander. „We staan klaar om te strijden tot de dood erop volgt. Raila Odinga moet president van Kenia worden”, zegt hij, verwijzend naar de leider van de oppositie, die zich deze week terugtrok als kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 26 oktober, uit protest tegen de samenstelling van de kiescommissie. Met trots laat hij de kogelwond in zijn buik zien die hij opliep bij een demonstratie tegen de regering van Uhuru Kenyatta.
Iedere dag loopt de spanning verderop in dit bolwerk van de Keniaanse oppositie, iedere dag worden de demonstraties gewelddadiger. Vrijdag vielen er zeker twee doden.
Iets verderop staat de oude man David tussen waggelende ganzen te strijken. „Niemand brengt meer zijn kleren, alle winkeltjes moeten sluiten tijdens de betogingen, anders zien ze ons als verraders”, vertelt hij. Het groepje leeftijdsgenoten rond de strijkplank knikt instemmend. „We hebben onze jongeren niet meer onder controle.”
Toch steunen de ouderen de betogers. Het zijn Luo’s, die vinden dat ze al een halve eeuw onderdrukt worden door de Kikuyu’s, de etnische groep waartoe ook president Kenyatta behoort. „Iedere keer stelen ze de verkiezingszege van onze leider Odinga. Dit keer laten we het er niet bij zitten.”
Frustratie Luo’s
De diepe frustratie onder de Luo’s over hun marginalisatie in de Keniaanse politiek gaat terug tot 1969 toen de vader van Uhuru Kenyatta, Jomo Kenyatta, na rellen tegen hem in Kisumu zijn vicepresident ontsloeg. Die vicepresident was Oginga Odinga, vader van Raila Odinga. Sindsdien werd een reeks Luo-politici en andere vooraanstaande personen op mysterieuze wijze vermoord.
De laatste was Chris Musando, de computerexpert van de kiescommissie die een week voor de verkiezingen van 8 augustus werd gemarteld en gedood. Door de moord werd direct vermoed dat de verkiezingen niet eerlijk zouden verlopen.
De Hoge Raad bevestigde dit na de uitslag, door te gelasten dat de verkiezingen over moesten wegens grote onregelmatigheden.
In de vertelling van de Luo’s wijst het op een systematische aanval op en achterstelling van hun volk. Ze geloven niet meer in eerlijke verkiezingen want iedere keer wordt hun zege gestolen. Odinga kondigde daarom deze week een boycot aan van de herhaalde verkiezingen.
Terug naar de dictatuur
Maar in de machtsstrijd nu gaat het om veel meer dan de competitie tussen twee stammen of de vete tussen de families Kenyatta en Odinga.
Professor Anyang Nyong’o is gouverneur van Kisumu, een van de 47 regio’s van Kenia. „Politiek op stambasis hoort bij een autocratische bewind”, betoogt hij, „zo speel je Kenianen tegen elkaar uit. Uhuru Kenyatta voert ons terug naar de donkere dagen van de dictatuur onder president Moi.” [1978-2002, red].
Anyang Nyong’o behoort met Raila Odinga tot de groep hervormers die het tegen de voormalige president Daniel arap Moi opnam en in 2010 ervoor zorgde dat er een progressieve grondwet werd aangenomen. Die constitutie leidde tot decentralisatie van het bestuur en tot minder macht voor de president. „De oude garde probeert nu onder leiding van Kenyatta alles wat we toen bereikten terug te draaien en daar moeten we ons met hand en tand tegen verzetten.”
Machtsmisbruik Odinga
Van machtsmisbruik en fraude bij verkiezingen, de slogans van de oppositie tegen de regeringspartij van Uhuru Kenyatta, zijn de politici ook in het bastion van Raila Odinga niet wars. Bij voorverkiezingen binnen de partij werd menig familielid van Odinga de kiezers door de strot geduwd. „Ik ben lid van dezelfde partij als Odinga maar werd in mijn campagnes voor een zetel door zijn medestanders tegengewerkt”, vertelt Caroline Ogot. „Mijn kinderen werden bedreigd en ze gooiden stenen naar mijn auto. Toen heb ik me maar teruggetrokken. Er bestaat geen democratie in de partij van president Kenyatta maar ook niet aan onze kant.”
Toch valt ook zij Raila Odinga niet af. „Hij is een geweldige schaakspeler, hij is een strateeg die weet welk spel hij speelt en we volgen zijn bevelen. Alleen hij kan ons bevrijden van de tirannie van de Kikuyu’s.”
Machtsspel
Kenia is sinds de introductie van het meerpartijenstelsel in 1991 een stuk vrijer geworden maar het machtsspel vindt nog steeds op ondemocratische wijze plaats. Politici appelleren aan tribale sentimenten en hun aanhangers gaan daarin vrijwel klakkeloos mee. Bij iedere verkiezingen loopt de afkeer van de tribale groepen tegen elkaar op. Bij de frauduleuze stembusgang in 2007 leidde dat tot twee maanden van onlusten met meer dan duizend doden en een half miljoen ontheemden. De situatie nu begint te lijken op die periode: toen moesten er buitenlandse vredesstichters aan te pas komen om de kemphanen tot concessies te dwingen.
‘Er dreigt oorlog’
De politicus Paul Okeya, prominent lid van Odinga’s partij, schudt bedroefd zijn hoofd. „Iedere dag zinken we verder weg, we zijn nu bijna terug in 2007. Er dreigt oorlog in Kenia. Onze leiders helpen zo onze democratie om zeep. Iedere dag worden onze jongeren militanter en ook al zou Odinga op het laatste moment een compromis willen sluiten, dan is het maar de vraag of zijn opgehitste aanhangers zich daaraan houden.”
Okeya maakt zich ook grote zorgen over een snelle neergang van de economie als gevolg van de demonstraties. Bij iedere betoging sluiten winkeliers in Kisumu hun deuren; banken doen nog nauwelijks zaken en de aanvoer van verse groeten stagneert.
Een groep verontruste zakenlui klaagde daarover bij gouverneur Anyang Nyong’o. „Ik weet hoe slecht deze demonstraties uitpakken voor onze economie”, zegt hij, „maar we zitten tussen twee vuren en moeten nu doorgaan met ons verzet tegen Kenyatta.”
Zonder een morele stem in het midden en zonder buitenlandse bemiddelaars stevent Kenia zo af op de afgrond.
Soelaas zoeken in Ambazonia
Zie Koert Lindijer
Gemarginaliseerde Afrikanen zoeken soelaas in afscheiding. In Kenia, Nigeria en Zambia steken separatistische sentimenten opnieuw de kop op. In Cameroun zag dit jaar een afscheidingsbeweging het licht die strijd voor de staat Ambazonia. Net als bij eerdere pogingen tot afscheiding op het door zijn onnatuurlijke grenzen geplaagde continent, leidt het conflict in Cameroun tot vluchtelingen, tot ingesleten standpunten en draconische repressie.
Al decennia slepende onvrede in het Engelssprekende westelijke gedeelte van het verder francofone Kameroen kwam dit jaar tot uitbarsting. President Paul Biya(35 jaar aan de macht) escaleerde het conflict in de afgelopen weken door eerst zijn opposanten in de regio “terroristen” te noemen en vervolgens een militair offensief te beginnen om de nieuwe rebellen uit te roken. De kans dat het conflict zich daardoor juist uitbreidt is aanzienlijk.
Duizenden naar Zuidoost Nigeria gevluchte bewoners van Cameroun vertellen over martelingen, verkrachtingen en executies van burgers door soldaten en politieagenten. De westelijke regio grenst aan een al even instabiele streek in Nigeria waar Nigeriaanse rebellen en criminelen vechten voor een groter aandeel in de olie-inkomsten. Er is dus geen gebrek aan wapens en daarmee bestaat het potentieel voor een grootschaliger conflict.
Biya’s militaire aanpak van het conflict tussen Engels- en Franstalig Cameroun kwam na een poging van Engelstalige activisten om op 1 oktober de onafhankelijke staat Ambazonia uit te roepen. De ordetroepen schoten toen tenminste veertig demonstranten dood, soms vanuit helikopters. Gefrustreerde jongeren grepen naar de wapens; bij bomaanslagen en schietpartijen de afgelopen weken doodden zij tenminste tien soldaten.
Na de compromisloze reactie van de overheid, na lukrake huiszoekingen en arrestaties, na wraakacties en de maandenlange afsluiting van het internet, ontstond er een afscheidingsbeweging. De vicieuzere cirkel begon. Als reactie op de eerste gewapende acties van deze groep zette de regering massaal het leger in en breidde operaties uit van de grote steden Bamenda en Buea naar de dichtbeboste berggebieden langs de grens met Nigeria. Volgens berichten zou het leger militaire operaties uitvoeren rond de stad Mamfe. Inwoners vrezen dat met dit offensief een burgeroorlog is begonnen.
Het conflict is niet tribaal. In de streek wonen vele kleine stammen. Wat hen verenigt is de afkeer van het goeddeels Franssprekende deel van Kameroen. Engelstalige bewoners klagen dat hun Franssprekende landgenoten altijd een streepje voor hebben. De oorsprong ligt in de koloniale tijd. Het protectoraat Cameroun ontstond in 1884, toen de Duitse regering met stamhoofden langs de kust een verdrag sloot. Na de Eerste Wereldoorlog werd het land verdeeld tussen Frankrijk en Engeland.
De koloniale machten bestuurden hun gebied elk op eigen wijze. Mede daardoor voelden de bewoners van het Engelstalige gedeelte zich anders dan de Franssprekenden. Maar de verschillen lijken te klein als argument voor een onafhankelijke staat. Vermoedelijk wil de meerderheid van de Engelstalige bewoners meer autonomie in een federale staat, zoals Cameroun vroeger was.
In Afrika, waar regeringen de koloniale grenzen respecteren, hebben recent onafhankelijk geworden staten niet geleid tot vrede maar oorlog. Eritrea werd in 1991 onafhankelijk, Zuid Soedan in 2011. Vlak bij Ambazonia in Nigeria ligt de andere schijnstaat Biafra. Tussen 1967 en 1970 stierven daar meer dan een miljoen burgers bij een strijd voor onafhankelijkheid.
15 december 2017 Koert Lindijer
Kenia ‘zinkt elke dag dieper weg richting oorlog’
In de aanloop naar verkiezingen eind deze maand in Kenia loopt de spanning hoog op. Vrijdag vielen bij demonstraties twee doden.
Op hun honk in Kondele, het getto van de West-Keniaanse stad Kisumu, tossen jongeren stenen van de ene in de andere hand. „Als we geen stenen naar de politie gooien, wordt er niet naar ons geluisterd”, zegt de leider van de groep. „Mmmm, de geur van traangas, dat maakt je pas echt moedig om te vechten”, zegt een ander. „We staan klaar om te strijden tot de dood erop volgt. Raila Odinga moet president van Kenia worden”, zegt hij, verwijzend naar de leider van de oppositie, die zich deze week terugtrok als kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 26 oktober, uit protest tegen de samenstelling van de kiescommissie. Met trots laat hij de kogelwond in zijn buik zien die hij opliep bij een demonstratie tegen de regering van Uhuru Kenyatta.
Iedere dag loopt de spanning verderop in dit bolwerk van de Keniaanse oppositie, iedere dag worden de demonstraties gewelddadiger. Vrijdag vielen er zeker twee doden.
Iets verderop staat de oude man David tussen waggelende ganzen te strijken. „Niemand brengt meer zijn kleren, alle winkeltjes moeten sluiten tijdens de betogingen, anders zien ze ons als verraders”, vertelt hij. Het groepje leeftijdsgenoten rond de strijkplank knikt instemmend. „We hebben onze jongeren niet meer onder controle.”
Toch steunen de ouderen de betogers. Het zijn Luo’s, die vinden dat ze al een halve eeuw onderdrukt worden door de Kikuyu’s, de etnische groep waartoe ook president Kenyatta behoort. „Iedere keer stelen ze de verkiezingszege van onze leider Odinga. Dit keer laten we het er niet bij zitten.”
Frustratie Luo’s
De diepe frustratie onder de Luo’s over hun marginalisatie in de Keniaanse politiek gaat terug tot 1969 toen de vader van Uhuru Kenyatta, Jomo Kenyatta, na rellen tegen hem in Kisumu zijn vicepresident ontsloeg. Die vicepresident was Oginga Odinga, vader van Raila Odinga. Sindsdien werd een reeks Luo-politici en andere vooraanstaande personen op mysterieuze wijze vermoord.
De laatste was Chris Musando, de computerexpert van de kiescommissie die een week voor de verkiezingen van 8 augustus werd gemarteld en gedood. Door de moord werd direct vermoed dat de verkiezingen niet eerlijk zouden verlopen.
De Hoge Raad bevestigde dit na de uitslag, door te gelasten dat de verkiezingen over moesten wegens grote onregelmatigheden.
In de vertelling van de Luo’s wijst het op een systematische aanval op en achterstelling van hun volk. Ze geloven niet meer in eerlijke verkiezingen want iedere keer wordt hun zege gestolen. Odinga kondigde daarom deze week een boycot aan van de herhaalde verkiezingen.
Terug naar de dictatuur
Maar in de machtsstrijd nu gaat het om veel meer dan de competitie tussen twee stammen of de vete tussen de families Kenyatta en Odinga.
Professor Anyang Nyong’o is gouverneur van Kisumu, een van de 47 regio’s van Kenia. „Politiek op stambasis hoort bij een autocratische bewind”, betoogt hij, „zo speel je Kenianen tegen elkaar uit. Uhuru Kenyatta voert ons terug naar de donkere dagen van de dictatuur onder president Moi.” [1978-2002, red].
Anyang Nyong’o behoort met Raila Odinga tot de groep hervormers die het tegen de voormalige president Daniel arap Moi opnam en in 2010 ervoor zorgde dat er een progressieve grondwet werd aangenomen. Die constitutie leidde tot decentralisatie van het bestuur en tot minder macht voor de president. „De oude garde probeert nu onder leiding van Kenyatta alles wat we toen bereikten terug te draaien en daar moeten we ons met hand en tand tegen verzetten.”
Machtsmisbruik Odinga
Van machtsmisbruik en fraude bij verkiezingen, de slogans van de oppositie tegen de regeringspartij van Uhuru Kenyatta, zijn de politici ook in het bastion van Raila Odinga niet wars. Bij voorverkiezingen binnen de partij werd menig familielid van Odinga de kiezers door de strot geduwd. „Ik ben lid van dezelfde partij als Odinga maar werd in mijn campagnes voor een zetel door zijn medestanders tegengewerkt”, vertelt Caroline Ogot. „Mijn kinderen werden bedreigd en ze gooiden stenen naar mijn auto. Toen heb ik me maar teruggetrokken. Er bestaat geen democratie in de partij van president Kenyatta maar ook niet aan onze kant.”
Toch valt ook zij Raila Odinga niet af. „Hij is een geweldige schaakspeler, hij is een strateeg die weet welk spel hij speelt en we volgen zijn bevelen. Alleen hij kan ons bevrijden van de tirannie van de Kikuyu’s.”
Machtsspel
Kenia is sinds de introductie van het meerpartijenstelsel in 1991 een stuk vrijer geworden maar het machtsspel vindt nog steeds op ondemocratische wijze plaats. Politici appelleren aan tribale sentimenten en hun aanhangers gaan daarin vrijwel klakkeloos mee. Bij iedere verkiezingen loopt de afkeer van de tribale groepen tegen elkaar op. Bij de frauduleuze stembusgang in 2007 leidde dat tot twee maanden van onlusten met meer dan duizend doden en een half miljoen ontheemden. De situatie nu begint te lijken op die periode: toen moesten er buitenlandse vredesstichters aan te pas komen om de kemphanen tot concessies te dwingen.
‘Er dreigt oorlog’
De politicus Paul Okeya, prominent lid van Odinga’s partij, schudt bedroefd zijn hoofd. „Iedere dag zinken we verder weg, we zijn nu bijna terug in 2007. Er dreigt oorlog in Kenia. Onze leiders helpen zo onze democratie om zeep. Iedere dag worden onze jongeren militanter en ook al zou Odinga op het laatste moment een compromis willen sluiten, dan is het maar de vraag of zijn opgehitste aanhangers zich daaraan houden.”
Okeya maakt zich ook grote zorgen over een snelle neergang van de economie als gevolg van de demonstraties. Bij iedere betoging sluiten winkeliers in Kisumu hun deuren; banken doen nog nauwelijks zaken en de aanvoer van verse groeten stagneert.
Een groep verontruste zakenlui klaagde daarover bij gouverneur Anyang Nyong’o. „Ik weet hoe slecht deze demonstraties uitpakken voor onze economie”, zegt hij, „maar we zitten tussen twee vuren en moeten nu doorgaan met ons verzet tegen Kenyatta.”
Zonder een morele stem in het midden en zonder buitenlandse bemiddelaars stevent Kenia zo af op de afgrond.
Comments are closed.
Het HVB op Twitter
Ereprijs “Journalist voor de vrede 2022” voor Hans Jaap Melissen
Op 28 oktober zal op een bijeenkomst in de Theaterzaal van de Centrale Bibliotheek in Rotterdam de ereprijs “Journalist voor de Vrede 2022” worden toegekend aan Hans Jaap Melissen. Aanvang 20:00