Behoud van godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs
Wij
bestuur en medewerkers van de stichting Dienstencentrum GVO en HVO, de stichting HVO Primair, de stichting Protestants Centrum GVO (PC GVO), de stichting Platform voor Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) in samenwerking met het Contactorgaan voor Moslims en Overheid (CMO), de stichting Rooms-Katholiek Centrum voor Godsdienstig Vormingsonderwijs (RK GVO) en de stichting Hindoeraad Nederland (HRN)
en ieder ander die het godsdienstig en/of humanistisch vormingsonderwijs op openbare basisscholen een warm hart toedraagt,
constateren
- dat het kabinet voornemens is de volledige subsidie van 10 miljoen voor het godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs stop te zetten per 1 januari 2014;
- dat jaarlijks 75.000 leerlingen dit onderwijs ontvangen van ca. 700 docenten;
overwegen
dat de bijdrage die godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs leveren aan de vorming van kinderen zowel voor henzelf als voor de samenleving van grote waarde is, omdat:
◦ in lessen GVO en HVO levensvragen met de leerlingen worden verkend, waardoor ze toegerust worden om straks hun plek in te nemen in de Nederlandse samenleving;
◦ de leerlingen van binnenuit kennis maken met een levensbeschouwing, die bij hen onbekend is, of een verdieping in de levensbeschouwing vinden die ze van huis uit mee krijgen;
◦ de leerlingen door dit onderwijs op jonge leeftijd leren begrip op te brengen voor verschillende levensbeschouwelijke visies en zo respect en tolerantie worden bevorderd;
◦ dit onderwijs wordt verzorgd door 700 goed gekwalificeerde docenten (Wet BIO) vanuit de organisaties, die met specialistische kennis in staat zijn op professionele manier invulling te geven aan levensbeschouwelijke vorming;
◦ dit vormingsonderwijs invulling geeft aan het pluriforme karakter van de openbare basisschool;
dat door het beëindigen van de subsidie aan het recht op dit onderwijs (art. 50 en 51 Wet Primair Onderwijs) wordt getornd, omdat dit zonder bekostiging niet is uit te voeren;
dat de minister haar bezuiniging motiveert met het argument dat GVO en HVO thuishoren op het religieus-bijzonder onderwijs en daarmee miskent dat het humanistisch vormingsonderwijs niet gebaseerd is op een religie en dus ook niet kan uitwijken naar religieus-bijzondere scholen;
en verzoeken
de leden van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs en de Tweede Kamer niet in te stemmen met de voorgenomen bezuiniging op het godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs op openbare basisscholen.