Acht jaar Arabische lente

Lichtpuntjes nauwelijks te zien

Arabische Lente: Tunesië is de positieve uitzondering in de Arabische wereld.
Uit Het Parool van 29 december 2018. Door Jan Jaap de Ruiter en Rena Netjes

6 mei 2018: de Tunesische president Beji Caid Essebsi brengt zijn stem uit bij de eerste lokale verkiezingen in het land na de Arabische lente in 2011. ©2018 Anadolu Agency

Deze maand is het acht jaar geleden dat de Arabische Lente uitbotte. Getergd door de autoriteiten en wanhopig omdat het hem niet lukte een inkomen te genereren, stak de Tunesische groente- en fruitverkoper Mohammed Bouazizi zichzelf in brand. Het leidde tot golven van onrust, president Benali van Tunesië stelde hervormingen in het vooruitzicht. Dat was niet genoeg. Het volk verdreef de gehate dictator een maand later.
Daar bleef het niet bij. Het onvoorstelbare gebeurde: ook de al zeer lang zittende president van Egypt een kolonel Khadaffi van Libië werden aan de dijk gezet. In Syrië brak een opstand uit, in Bahrein ging de bevolking de straat op en in Jemen liep de bevolking te hoop tegen dictator Saleh. Overal ter wereld hoopte men dat deze straffe religieuze en repressieve regio zou vallen voor de zegeningen van de democratie.
In retrospect moeten we echter vaststellen dat alleen in Tunesië de democratie zich geworteld heeft.

Wreedheid
In andere landen is het een puinhoop. In Egypte werd de democratisch gekozen Moslimbroeder president Morsi aan de kant gezet door legerleider Sisi die nu een bewind voert dat dat van Moebarak in wreedheid en onderdrukking ver overstijgt. Libië is uiteengevallen in diverse regeringen en elkaar bestrijdende milities. In Jemen is een allesverwoestende oorlog aan de gang met een hongersnood als gevolg. In Syrië vecht iedereen tegen elkaar en al lijkt president Assad aan het langste eind te trekken, de strijd is nog lang niet voorbij. In het kleine Bahrein ten slotte greep Saoedi-Arabië militair in om democratisering te voorkomen.
Daarmee komen we bij een van de hoofdrolspelers van de teloorgang van de Arabische Lente. Saoedi-Arabië heeft, daartoe aangezet door de kleinere maar veel agressievere Verenigde Arabische Emiraten, er alles aan gedaan om de geest van de vrijheid terug in de fles te krijgen.
Beide landen hielpen legerleider Sisi bij de coup om Morsi omver te werpen. Daarna hebben ze miljarden in het zieltogende land gestoken. Daarnaast heeft het land stilletjes streng-islamitische strijdgroepen zoals Jaysh al-Islam in Syrië gesteund, met uitzondering van Islamitische Staat, om de sjiitische en door Iran gesteunde president Assad weg te krijgen, wat niet gelukt is.
Saoedi-Arabië beoogde de toenemende Iraanse invloed tegen te gaan in het Midden-Oosten, met name in Syrië. Iran zou zich ook bemoeid hebben met de strijd van de sjiitische Houthi’s in Jemen, en waar of niet, het leidde ertoe dat Saoedi-Arabië en de Emiraten het armlastige land meedogenloos aanvielen, om zijn strategische havens aan de Rode Zee te controleren, met wapentuig dat met name in de Verenigde Staten is gekocht.

‘America first’
En daarmee komen we bij een andere hoofdrolspeler in de verschuiving van de Arabische Lente naar de Arabische Winter. President Obama speelde al geen sterke rol toen hij zei dat als Assad nog een keer chemische wapens gebruikte, deze ‘een rode lijn’ overging om vervolgens niets te doen toen dat daadwerkelijk gebeurde. Ook talmde Obama toen de revolutie in Egypte uitbrak. Hij hoorde de schreeuw van het volk om vrijheid en gerechtigheid, maar hij wilde zijn oude makker Moebarak eigenlijk niet kwijt.
Obama’s opvolger Trump maakt het nog veel bonter. Hij doet niets anders dan waarmaken wat hij beloofde: ‘America first’, waarbij hij zich niets aantrekt van bevindingen van zijn inlichtingendiensten als de CIA. Hij geeft niets om democratie, voelt zich senang in het gezelschap van ‘sterke mannen’ als de Russische president Poetin.
Dieptepunt is dat hij diezelfde Saoedi’s weg liet komen met de nota bene door henzelf toegegeven moord op de journalist Khashoggi. Als de machtigste mens ter wereld een dergelijke moord sanctioneert zijn alle journalisten in het Midden-Oosten en feitelijk over de hele wereld hun leven niet meer zeker.
Arabische despoten beweren dat de Arabische Lente de oorzaak is van de geweldsexplosies en chaos in de Arabische wereld nu. Maar het waren diezelfde despoten die jihadisten loslieten in Syrië, Egypte en Tunesië om onheil te stichten, en die de gruwelijke oorlogen in Syrië en Jemen startten. Maar nog meer moeten we de gebeurtenissen bekijken als veroorzaakt door het spook van het totalitarisme dat door de hele wereld waart waar een strijd plaatsvindt tussen voorstanders van vrijheid en democratie en van sterke mannen die bezig zijn de democratie om zeep te helpen.
Het land waar het allemaal begon, houdt stand: Tunesië, dat deze dagen een wet in het parlement bespreekt voor juridische gelijkheid van mannen en vrouwen, en van iedereen die zich op Tunesisch grondgebied bevindt. Politici van allerlei snit blijken gevoelig voor de emancipatie van lhbt’ers. Zo blijven er lichtpuntjes, maar je moet ze wel willen zien.

Comments are closed.