Archives for mei2021

STOP DE WAPENIMPORT UIT ISRAËL

Teken de petitie van ”Niet in mijn naam”
Nederland heeft de afgelopen jaren voor honderden miljoenen materieel ingekocht bij de grootste wapenfabrikant uit Israël: Elbit Systems. Recente contracten zijn samen zeker €145 miljoen. Het bedrijf biedt haar technologie en wapens aan als ‘field tested’ en ‘combat proven’, wat niet minder betekent dan dat het is ingezet bij het plegen van oorlogsmisdaden en schenden van mensenrechten. Verschillende internationale mensenrechtenorganisaties wijzen op deze schendingen van mensenrechten van Palestijnen door Israël.

De nieuwe bombardementen op Gaza bewijzen dat internationale druk nú nodig is om een einde te maken aan deze mensonterende situatie. Hoewel Israël zelf ook een gigantische hoeveelheid geld investeert in wapens, is de wapenindustrie pas winstgevend wanneer het ook internationaal genoeg orders trekt.

In veel andere landen komt de discussie over het annuleren van contracten met Israël op gang. Hoog tijd om hier in Nederland ook mee te starten. Wij vinden het onacceptabel dat Nederland de misdaden op Palestijnen sponsort en roepen daarom de regering op haar orders bij Elbit Systems te annuleren en alle wapenhandel met Israël stop te zetten.

Teken de petitie op https://www.nietinmijnnaam.nl/

Oproep Israëlisch – Palestijns Conflict

Sinds 1948 gedongen verhuizingen in Israël

Dit artikel bestaat uit tekst, die zijn ontleend uit het artikel van Nina Jurna; NRC van 14 mei 2021

Ieder jaar herdenken ze op 15 mei de verwoesting van meer dan vijfhonderd Palestijnse dorpen, naar schatting 14.000 doden en de verdrijving van zo’n 750.000 oorspronkelijke inwoners van Palestina.

De biologische vader van NRC-journalist Nina Jurna, zo wees een dna-test uit, is een Palestijn uit Jaffa. Jurna kreeg er een hele familie bij, die ze opzocht in 2019. In deze week van geweld haalt ze herinneringen op – van de Nakba van 15 mei ’48 tot de wanhoop nu.

Een dna-test gaf de definitieve zekerheid over mijn biologische vader: met de komst van Samir El Hreish en een hele Palestijnse familie in mijn leven, werd mijn familiesamenstelling ingewikkelder. Maar ik voelde me ook een completer mens en dat zou ik tijdens onze reis, met Luna, in de zomer van 2019 nog sterker ervaren.
„Als ik deze route neem, ontwijk ik de checkpoints’’ zegt Luna, en ze bestuurt behendig het grijze passagiersbusje. We zijn na een lange vliegreis aangekomen op de luchthaven van Tel Aviv en ze is de enige van de familie die ons daar kan ophalen omdat de rest op de bezette Westelijke Jordaanoever woont en niet naar Israël mag. Tenzij ze een speciale reisvergunning hebben.

Luna is getrouwd met een Palestijnse ondernemer, ze woont in Jeruzalem en heeft een zogeheten ‘Jeruzalem ID’: een speciale verblijfsvergunning waardoor ze door heel Israël en de Westbank kan reizen. In het dagelijks leven betekent het dat ze de meeste bewegingsvrijheid heeft van alle familieleden.
„Toen ik (Samir) klein was, bracht mijn moeder ons hier naar toe en dan wees ze naar de lichtjes’’, zegt Samir als we op een avond onder een heldere sterrenhemel staan aan de rand van Ramallah. Hij tuurt zwijgend de verte in. „Daar ligt Jaffa. ‘Daar komen we vandaan, en ooit gaan we weer terug’, zei ze dan.” Jaffa is nu een klein havenstadje bij het hippe Tel Aviv. Maar toen Samir er in 1946 werd geboren, was Jaffa een belangrijke handelsstad in het historische Palestina. Een bruisende en culturele stad aan de Middellandse Zee waar alle grote kranten uit die tijd waren gevestigd. Hier woonde van generatie op generatie de juweliersfamilie El Hreish, uit een oud christelijk geslacht. „We waren een vooraanstaande familie in Jaffa, met een eigen wijk die onze naam droeg: ‘Saknet El Hreish’, buurtschap El Hreish’’, vertelt Samir. Op de computer laat hij een oude, gedigitaliseerde stadskaart zien waar de wijk op staat, van voor 1948. Grenzend aan Saknet El Hreish lag de Armeense begraafplaats.

Een schilderij in het souterrain van het Dar Zahran museum in Ramallah raakt me. Het toont de gebeurtenissen van 15 mei, 1948, wanneer ten tijde van stichting van de staat Israël de Arabisch-Israëlische oorlog tot een climax komt. De stad Jaffa wordt als laatste ingenomen door zionistische milities. „Zo zal het ongeveer geweest zijn’’, zegt Samir. Samen met Suzanne tuurt hij naar de hulpeloze mensen op het kunstwerk die door de golven de Middellandse Zee in rennen.
De Palestijnen noemen het de Nakba, de ramp of catastrofe. Ieder jaar herdenken ze op 15 mei de verwoesting van meer dan vijfhonderd Palestijnse dorpen, naar schatting 14.000 doden en de verdrijving van zo’n 750.000 oorspronkelijke inwoners van Palestina. Samir en zijn familie werden ook verjaagd uit Jaffa. Als eerste vluchtte zijn vader met drie kleine kinderen – Samir was 2 jaar oud. Uiteindelijk zal uit Jaffa meer dan 90 procent van de ruim honderdduizend niet-Joodse inwoners wegvluchten.

Het fundament van de vrijheid

Uit het artikel Daan Roovers, Denker des Vaderlands t.b.v. de Jaar thema tekst van het Comité 4 en 5 mei.

Wat betekent dat onderscheid voor ons leven nu, 76 jaar na de bevrijding? Nu we voor het eerst weer worden geconfronteerd met een grootschalige vrijheidsbeperking valt op dat op dit moment vooral onze bewegingsvrijheid onder druk staat. Er zijn (van bovenaf opgelegde) beperkingen aan ontmoetingen, reizen en de momenten waarop we naar buiten kunnen gaan. Dat is een drastische en zeer gevoelige inperking van onze gebruikelijke manier van leven. Deze crisis doet een sterk beroep op ons uithoudingsvermogen. De vrijheid die we als Nederlanders het sterkst verbinden met de Nederlandse cultuur, tevens een van de kroonjuwelen van de negatieve vrijheid, is echter ongedeerd: de vrijheid van meningsuiting. We kunnen vrijelijk informatie en opvattingen uitwisselen, elkaar en het beleid bekritiseren, nieuwe perspectieven aandragen. We hebben daartoe zelfs meer ruimte en mogelijkheden dan ooit, en we hoeven er de deur niet voor uit.

Zo lang deze vrijheid van spreken en denken gepaard gaat met de principiële gelijkheid van alle burgers blijft het fundament van de vrije samenleving overeind. Dat is het cruciale verschil tussen deze crisis en een bezetting, en zet direct elke vergelijking in perspectief. De huidige beperkingen zijn pijnlijk, maar een vrije samenleving garandeert dat deze proportioneel en tijdelijk zijn, en dat dit een uitzonderingstoestand is. De steunpilaren van de vrije samenleving, waaronder de onafhankelijke rechtspraak en principiële gelijkheid, staan fier overeind.
Vrijheid – we wisten het al, maar het is het afgelopen jaar opnieuw duidelijk geworden – is maar beperkt maakbaar. Het is kwetsbaar. Een virus kan zomaar, tenminste een jaar lang, roet in het eten gooien. En alles wat we dan inleveren moeten we stap voor stap weer terugveroveren en opnieuw opbouwen. Het fundament van de vrije samenleving is gelukkig robuust, en lijkt onaangetast. Dat is wat we ieder jaar vieren, en wat we elke dag opnieuw dienen te beschermen en te versterken.