Archives for november2020

Kinder Vredesprijs 2020

Home » Advocacy » Internationale Kindervredesprijs » Vorige winnaars » 2020 – Sadat Rahman (17), Bangladesh

Sadat Rahman(17) uit Bangladesh wint de vredesprijs

Sadat (17) komt uit Bangladesh. Door zijn vaders baan als postbode bij de overheid moest Sadat vaak verhuizen toen hij jong was. Hoewel dit moeilijk voor hem was, heeft hij er altijd het beste van gemaakt. Hij leerde nieuwe dingen en maakte in elke woonplaats weer nieuwe vrienden. Door de vele verhuizingen onderhield Sadat veel contact met zijn vrienden via internet. Hij ontdekte veel mogelijkheden van het internet en vond zijn passie voor het maken van video’s en websites. Later zou hem dat goed van pas komen om andere kinderen te helpen. Hij gebruikt deze technische vaardigheden om andere kinderen en jongeren te helpen via zijn innovatieve cyberbullying app, Cyber Teens.

APP TEGEN CYBERBULLYING: CYBER TEENS
Sadat ontdekte de kracht van samenwerkende jongeren in 2017, toen de Rohingya’s moesten vluchten voor het geweld in Myanmar en toevlucht zochten in Bangladesh. Sadat organiseerde samen met zijn vrienden een fietsrace voor vrede. Geïnspireerd door deze ervaring zette Sadat zijn eigen organisatie op. De organisatie richtte zich op verschillende kinderrechten thema’s.

HIJ HEEFT VEEL MENSEN GEHOLPEN MET ZIJN APP
De app heeft al meer dan 300 slachtoffers van cyberpesten geholpen, onder meer door fake social media-accounts te melden en steun te verlenen bij geestelijke gezondheidsproblemen. De app heeft tot nu toe geleid tot de arrestatie van acht daders van cybercriminaliteit. Sadat heeft ook meer dan 45.000 tieners bereikt met seminars op scholen en hogescholen over internetveiligheid. Hij heeft in elke school in zijn omgeving “Cyber Clubs” opgericht. In deze clubs worden jongeren opgeleid op het gebied van digitale geletterdheid. Hij wil de app nu ook buiten zijn eigen gebied verspreiden om slachtoffers van cyberpesten te helpen in de rest van Bangladesh.

Kan Zuid-Afrika jihadisme stuiten?

Jihadisten winnen terrein in Mozambique.
Daar militair ingrijpen is riskant voor buurland Zuid-Afrika. Huurlingen doen dat toch. 
In de mist van de oorlog is de situatie in Mozambiques strategische havenstad Mocímboa da Praia, in het verre noorden van het land, moeilijk te achterhalen. Telefoonlijnen zijn afgesneden, het gebied is voor journalisten verboden.
bron: NRC augustus Bram Vermeulen

Vorige week werd de stad omsingeld door strijders van een groepering die zich Al-Sunnah Wa Jamaah noemt, een filiaal van Islamitische Staat (IS). Na zes dagen van gevechten met de jihadisten hadden de militairen van het Mozambikaanse leger al hun munitie verbruikt en sloegen ze op de vlucht. Nu wappert de zwarte islamistenvlag boven de witte stranden en de haven aan de Indische Oceaan.

Zulke aanvallen zijn niet nieuw. Sinds 2017 zijn er jihadisten actief in de provincie Cabo Delgado. Video’s op sociale media tonen hun gruwelijke methoden: dorpelingen die zich weigeren te onderwerpen aan hun regime worden onthoofd en zwaar verminkt. Er vielen meer dan 1.500 doden, 250.000 inwoners zijn hun dorpen ontvlucht. 

Tot nu toe waren de aanvallen van de jihadisten hit and run-operaties. Maar voor het eerst sinds het begin van het conflict weten ze nu veroverd terrein vast te houden. Dat besef veroorzaakt grote paniek tot ver buiten de grenzen van Mozambique.

Niet alleen bedreigt de inname van Mocímboa de Praia de exploratie van gigantische gasvoorraden en daarmee economische voorspoed voor Mozambique en de regio. Ook rijst de bredere vraag: hoe kan worden voorkomen dat de jihadistische veenbrand die over het continent trekt – van Al-Shabaab in het oosten tot Boko Haram, IS en Al-Qaida in het westen – zich nu ook over zuidelijk Afrika gaat verspreiden? In buurland Zuid-Afrika klinkt de dwingende vraag of het niet tijd wordt om het eigen leger in te zetten om Mozambique te redden.
Lees het hele artikel.

Gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan houden aan

Gevechten om strategische stad in Nagorno-Karabach weer opgelaaid
Uit NU.nl 08/11-2020

De gevechten rondom de strategisch belangrijke stad Shushi in Nagorno-Karabach zijn flink opgelaaid, zo melden de lokale autoriteiten. Ook in de hoofdstad van het gebied, Stepanakert, was het zaterdag- op zondag nacht erg onrustig. Zo waren er onder andere verschillende luchtalarmen te horen.

De autoriteiten zeiden op Facebook dat woonwijken willekeurig met raketten werden beschoten en dat de vernietiging verwoestend was. Bewijs voor die claim is er echter (nog) niet. Er zijn geen slachtoffers.

Een woordvoerster van het ministerie van Defensie in de Armeense hoofdstad Jerevan zei zaterdag dat de situatie rond Shushi bijzonder gespannen was. De strijdkrachten zouden volgens haar de situatie onder controle hebben en er alles aan doen om de vijand te verslaan. Azerbeidzjan stuurt naar verluidt nieuwe troepen om Shushi te veroveren.

Het ministerie van Defensie in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, beschuldigde Armenië ervan te hebben geschoten op Azerbeidzjaanse steden. Zaterdag meldde de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev opnieuw dat in Nagorno-Karabach meer grondgebied zou zijn veroverd, waaronder Shushi. Maar verovering van die stad wordt ontkend door Armenië.

De zware gevechten om Nagorno-Karabach zijn sinds 27 september gaande. Nagorno-Karabach, dat ongeveer 145.000 inwoners heeft, wordt gecontroleerd door Armeense strijdkrachten, maar wordt door de Verenigde Naties erkend als onderdeel van het overwegend islamitische Azerbeidzjan. Azerbeidzjan kan rekenen op de steun van Turkije in het conflict. Rusland is daarentegen de beschermende macht van Armenië.